Smart BioMaterials Consortium maakt geneeskunde van de toekomst mogelijk

| Marie-José Dekkers

Op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven wordt hard gewerkt aan nieuwe biomaterialen die de gezondheidszorg ingrijpend gaan veranderen. Dankzij Smart BioMaterials Consortium, een nieuw samenwerkingsverband van inmiddels zo’n zestig bedrijven onder leiding van Jan Rietsema, gaan die materialen sneller op de markt komen.

SBMC, met inmiddels een twaalfkoppig team, zetelt sinds januari 2022 in het Catalystgebouw op het TU/eterrein en maakt daar een vliegende start: “We begonnen met drie lege ruimtes. Nu hebben we drie labs up and running en werken we aan de eerste klantopdrachten.”

CONTRACTRESEARCH VOOR BIOMATERIALEN

Wat is en doet SBMC precies? “Wij werken in hightech life science: biomaterialen voor regeneratieve therapieën. Dat is de geneeskunde die het lichaam in staat stelt zichzelf te herstellen. Voorbeeld: wanneer bij artrose kraakbeen in een gewricht slijt en kapotgaat, kan zo’n therapie het lichaam aanzetten om dat kraakbeen opnieuw te laten aangroeien. Er zijn ook therapieën in ontwikkeling voor het laten aangroeien en herstellen van netvlies bij bepaalde oogaandoeningen. Eindhoven heeft bovendien de bedrijven Xeltis en STENTiT. Xeltis ontwikkelt cardiovasculaire materialen. Hun kunstkleppen en kunstvaten vervangt het menselijk lichaam door lichaamseigen weefsel. TU/e-spinoff STENTiT maakt implanteerbare stents van biomateriaal die vaatwanden laten aangroeien en dan langzaam oplossen. Zulke materialen worden niet afgestoten, je hoeft er geen medicatie voor te slikken en er zit geen vreemde stof in je lichaam die problemen kan geven. Wij doen het contractonderzoek voor zulke biomaterialen. We ontwikkelen dus niet de therapieën. We hebben wel de faciliteiten en kennis die bedrijven kunnen gebruiken om hun therapieën sneller op de markt te kunnen brengen.” Daar heeft SBMC laboratoria voor: “Eentje voor verwerking en analyse van materiaal, een celbiologisch lab voor celkweek en een bijbehorend lab waar we cel-gedrag en -materiaalinteracties bestuderen. Op afzienbare termijn bouwen we nog een proeffabriek met clean room voor pilotproductie van bio-implantaten. Die moet volgend jaar op de High Tech Campus Eindhoven komen.” Tussen neus en lippen door wijst Jan in een lab naar een gestroomlijnd apparaat ter grootte van een fikse koffiemachine: “Elektronenmicroscoop van Thermo Fisher Scientific, voorheen FEI in Eindhoven. Ontwikkeld en gebouwd door FEI en Philips in samenwerking met onder meer NTS en Sioux, dus honderd procent Brainport.”

Van de nieuwe geneeskunde gaan we al op korte termijn iets merken, zegt Jan met zelfvertrouwen: “Het komend decennium verwachten we van bedrijven als Xeltis en STENTiT een grote ommekeer in de geneeskunde Ook artrosetherapieën worden binnenkort op de markt geïntroduceerd. Dan is geneeskunde niet meer bezig met symptoombestrijding maar vitaliteit en gezondheid aan het terugbrengen.” Verder gaan de biomaterialen van SBMC een steentje bijdragen aan “medicijnonderzoek en -ontwikkeling. Geneesmiddelen kun je op menselijk weefsel testen, zonder proefpersonen en proefdieren.”

TOP 5 VAN DE WERELD

SBMC zit niet zomaar in Eindhoven: “Nederland staat in de top 5 van de wereld in wetenschappelijk onderzoek naar regeneratieve geneeskunde. LUMC in Leiden is allang heel goed in stamcelonderzoek, de universiteiten van Utrecht, Maastricht en Eindhoven zijn even geavanceerd. Patiënten merken daar nu te weinig van omdat de stap naar de markt vaak moeilijk is. Daarvoor zijn veel geld en ontwikkelfaciliteiten nodig. Om te voorkomen  dat veel Nederlandse kennis naar het buitenland verdwijnt, stimuleert de overheid deze regeneratieve geneeskunde om een nieuwe bedrijfstak te creëren.”

KENNIS DELEN

“Het allerliefst werken we met onze consortiumleden samen aan de ontwikkeling van nieuwe biomaterialen. Grote én kleine bedrijven kunnen onze faciliteiten ook huren. Dat is ideaal voor  startups, die zulke faciliteiten nog niet kunnen betalen. Maar ook grote corporates die voor celbiologische kennis bij ons komen. Of voor onze expertise in belangrijke kwaliteitsbeheersing en strenge wet- en regelgeving van de Europese Medical Device Regulation (MDR) en de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA). 

In het consortiumnetwerk weet het zestigtal bedrijven elkaar makkelijk te vinden en aan te spreken. En dat werpt al vruchten af, naast onder meer de artrose- en botdoorbraken: “Die komen binnen nu en vijf jaar. We hebben net een project-subsidieaanvraag ingediend met de Eindhovense startup Vivart-X. Doel is de ontwikkeling van een biologisch afbreekbaar matrixmateriaal voor borstkankerpatiënten, om gezond borstweefsel te regenereren voor borstreconstructie. En SBMC ondersteunt ook een project van STENTiT, Vivolta en Corbion, die samen een regeneratieve stent ontwikkelen voor etalagebenen. Dat is een progressieve en perifere slagaderziekte die de bloedtoevoer naar de voeten ernstig aantast. De opneembare nanovezels moeten de slagader van binnenuit kunnen regenereren.”

PUBLIEKE ACCEPTATIE

Bij al deze en toekomstige projecten komt meer kijken dan louter labwerk: “Transparantie. Als samenleving moeten we eraan werken dat er publieke acceptatie van dit soort therapieën is, inclusief het adresseren van ethische vraagstukken. Stamcellen zijn oercellen; ze kunnen met externe factoren uitgroeien tot elke lichaamscel, van spieren of huid tot andere organen. Embryo’s zijn niet meer nodig; we kunnen volwassen cellen terugbrengen naar het stamcelstadium. De wetenschap is zover dat het kan, patiënten zitten erop te wachten en het maakt de zorg goedkoper. Therapieën komen voor grotere groepen wereldwijd beschikbaar, dus gezondheidsverschillen worden kleiner.”

Fotografie: Charlotte Grips