Storytiles ontvouwen het verhaal over cultuur in de Brainportregio

| Initiatief en productie: Lidy Lathouwers en Edo Righini

Het hoofdthema is natuurlijk de waarde van cultuur voor ons als mens en de samenleving. In Eindhoven, in Nederland, in de rest van de wereld. Als cabaretier, maker en vertolker van de kunsten heeft Theo Maassen zijn eigen stijl gevonden om zijn stem te laten horen en bij de mensen te laten landen. 

Edo: ‘Amateurs sit and wait for inspiration, the rest of us just get up and go to work.’ Stephen King zegt hiermee dat schrijvers en kunstenaars niet wachten op inspiratie, maar met discipline en doorzettingsvermogen aan het werk gaan. Ze vinden inspiratie in het creatieve proces. Is dit ook jouw aanpak?”

Theo: “Met die uitleg zou ik de amateur zijn. Het is natuurlijk belangrijk om de kunstenaar en de mens te scheiden, maar het loopt ook samen. Je loopt je levenspad: wordt verliefd, krijgt vaste verkering, het gaat uit. Dan kom je iemand anders tegen, daar krijg je kinderen mee. Je kinderen worden groter, er komt een keer dat een vriend overlijdt. Je hebt je leven waarin van alles gebeurt, waardoor je rijpt. Bijna als kaas: er komt steeds meer vocht uit en de smaak wordt steeds sterker.

Mijn creatieve centrum, mijn bron van waaruit ik kan creëren, is een lege agenda. Verveling, niks doen, je moet het niet te druk hebben. Er moeten dagen zijn die in dienst staan van de hoop dat er iets komt. Zoals bij het vissen, je kijkt naar het dobbertje en hoopt dat die ondergaat.”

Als het klopt, als jíj er klopt, kan je het overdragen.

Toch zoek jij veel mensen op voor je podcast. Ontmoetingen stuur je zelf aan. Waarom doe je dat?

Theo: “Ik vind het leuk om kennis over te dragen en ben zelf ook nog steeds lerend, hongerig naar kennis. DJ Shadow zei: ‘I am a teacher and I’m a student, too.’ Dat geldt ook voor mij. Ik ben opgeleid tot docent drama en heb inmiddels veel ervaring, zoveel dingen al een keer meegemaakt, al die programma’s gemaakt. De podcasts maak ik in de hoop dat ik één iemand wakker kus. Die dat luistert en denkt ‘oh, maar t kan dus wel: iets doen met comedy of cabaret, of een ander talent, en daar in doorbreken’.

Ik heb schitterende gesprekken gehad, bijvoorbeeld met Rob Lücker. Die was loodgieter, zat op de LTS en hield ontzettend veel van films. Hij wilde daar iets mee en ging naar Amsterdam om dan daar maar loodgieter te worden. ‘Zo ben ik dichter bij de film’, dacht hij. Toen is ‘ie vrijwilligerswerk gaan doen in een bioscoop en nu heeft hij twee gouden kalveren gewonnen.

Als het klopt, als jíj er klopt, kan je het overdragen. Voor mij was dat toen ik in het theater kwam. Eerder waren er zoveel plekken geweest waar ik me niet thuis voelde, op school of werk. Ik was een buitenbeentje of ongelukkig vanwege de uitzichtloze positie waarin ik voor mijn gevoel zat in het dorp. Eenmaal op de theateropleiding dacht ik: hier kan ik wel wat hebben, hier ben ik thuis. En mijn weg is helemaal niet uniek. Al die mensen die ik spreek, het is allesbehalve uniek.”

‘Elke druppel liefde die we geven, geeft een golf. Liefde is levend water, en dat is wat ik ambieer’

Je bent afgestudeerd in ‘91 hier in Eindhoven. Wat betekende de opleiding voor jou?

Theo:
“Ik kwam op de opleiding en was eigenlijk in veel dingen niet goed. Niet in zingen, niet in dansen, wel in improviseren. Er was één belangrijke docent, nog steeds een van mijn beste vrienden en mijn regisseur. Toen de opleiding zich afvroeg: ‘Wat moeten we met die met die jongen?’ pleitte hij voor mij. Belangrijk, één persoon die in me geloofde. Op een gegeven moment wordt duidelijk dat je er vakmatig ook echt iets mee gaat doen. Er wordt je veel aangereikt. Je komt met mensen in aanraking die een goede smaak hebben, gaat naar films die je een andere wereld laten zien. En naar toneel. Vond ik vaak heel saai tot ik een stuk zag dat ik te gek vond: ‘Everything you wanted to do on stage, but never were allowed to’, van twee vers afgestudeerde acteurs, Vlaams en Nederlands. Ik groeide in mijn verbeelding van wat mogelijk is en wat er bestaat. Mijn universum werd veel groter.”

Het lijkt dat jij vanaf dag één jezelf bent geweest. 

Theo: “Dat komt meer door mijn onvermogen om me aan te passen dan dat ik het daar geleerd heb. Uiteindelijk blijken toch de originaliteit en de authenticiteit altijd de kracht.”

Bedoel je: ‘Het is gewoon te moeilijk dus ga ik mijn eigen weg?’

Theo: “Ja. Daarom is kunst ook zo belangrijk: het is ook een gebied, een land, voor de onaangepasten. Voor mensen die niet helemaal in het plaatje passen of niet in staat zijn om zich aan te passen, en ons ook op een andere manier naar de werkelijkheid laten kijken. Voor mij is dat het allerbelangrijkste van cultuur: je komt in aanraking met andere verhalen dan jouw eigen verhaal of het verhaal van jouw gezin, vriendengroep of land. Zij geven allemaal andere perspectieven op de werkelijkheid. Het is zo bevrijdend dat dat gebied groter wordt. We zitten allemaal in een kleine verpakking, maar er is zoveel meer. Ik geloof heel erg in onderlinge afhankelijkheid. Het schept een band.

Precies daarom hou ik van mijn vorm cabaret. Dat is een hele mooie, toegepaste kunstvorm, die heel graag wil communiceren. Er is geen vierde wand. Ik wil begrepen worden. Verwarren, maar ook begrepen worden.”

Welke rol spelen kunstenaars in onderlinge verbinding?

Theo:
Er zijn twee afslagen die je kunt nemen. Je kunt pogen om te laten zien hoe goed, slim, geestig of vernuftig je wel niet bent of de enige bent die iets kunt, óf je kunt pogen om te communiceren. Ik werk met taal. Ik maak taal, beelden en vergelijkingen of heb redenaties. Ik hoop dat die origineel zijn en dat ik er de verbeeldingskracht mee kan aanspreken. Dingen kan bedenken die er nog niet zijn.

Voor mijn podcast interviewde ik singer-songwriter, cabaretier Peter van Rooijen. Die kreeg als regie-aanwijzingen van een van de Orkatergrondleggers Hauser dat je een toon langer moet laten doorzingen. Niet meteen iets zeggen, niet meteen door naar het volgende, maar dingen laten landen, gevoelsmatig. Dat vind ik mooi en belangrijk. Een terugkerend thema in mijn programma’s is mijn ode aan de twijfel.

Misschien klopt het wel niet wat je denkt. Ooit was de openingszin: ‘Wat nou als het niet waar is wat je denkt?’”

‘Staat die lantaarnpaal hier nog waar die knoop in zit, in de vorm van een hart? Die is toch fantastisch?’

Heeft Eindhoven je gevormd tot wie je bent?

Theo:
“Ik denk het wel, maar woon sinds mijn twintigste nergens anders, dus weet het niet. Ik ben idolaat van PSV, maar verder niet wild enthousiast over de stad Eindhoven. De stad is wel echt aan het veranderen, in transformatie. Neem de internationalisering, ik vind dat Eindhoven dat heel goed doet en ben daar heel blij mee. Ik kan me voorstellen dat sommige mensen ook het oude Eindhoven missen, maar ik vind het wel leuk dat we er een hoop Indiase restaurants bij hebben en je veel Engels hoort op straat. Eindhoven is een nuchtere stad, maar heeft ook iets lomps.

Als je dan over verbeelding hebt: verbeelding is méér dan zeggen: ‘het is wat het is’. Het is juist meer dan wat je ziet, wat je voelt of dat je wat meer je best doet. In Eindhoven wordt dat al snel als aanstellerij gezien. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Maar ik vind Eindhoven zeker ook heel leuk. Met mijn toer kom ik natuurlijk door heel Nederland. Er is geen stad die zo verandert als Eindhoven.” 

Je hebt de inhoud, de dragers en degenen die prachtige dingen maken, en dan heb je een stad. Zoals het frame van een prachtig schilderij. Wat maakt de inhoud van dat mooie schilderij nog beter?

Theo: “Nou, Eindhoven heeft zich lange tijd gericht op design en technologie om een identiteit op te bouwen. Nu is het wellicht een goed moment om breder te kijken, de rest van de cultuur meer te belichten en ruimte te geven. We hebben geweldige plekken zoals het Muziekcentrum, de Effenaar, het Parktheater, Pand P en Natlab. Maar ik merk dat zelfs ik de gemiddelde leeftijd naar beneden haal bij deze locaties. Daar ligt denk ik nog ruimte voor verbetering. Ik ben pas naar de voorstelling van Circus Treur Dier geweest, BAAAAAA. Een van de beste dingen die ik de afgelopen tien jaar heb gezien, in Pand P met veertig mensen. Net als bij Artemis uit Den Bosch. Ik denk dat veel jonge mensen helemaal niet weet hoe tof ze het zouden vinden.”

Stel dat er geen muziek of boeken meer zouden bestaan, wat doe je dan? Hoe kan je blijvend investeren?
Theo:
“Staat die lantaarnpaal hier nog waar die knoop in zit, in de vorm van een hart? Die is toch fantastisch? Sommige dingen kosten iets meer aandacht. Het gaat erom dat je de moeite wilt doen om je aandacht op iets te focussen. Dat kost inderdaad iets meer, maar je krijgt daardoor ook veel meer. Een goed voorbeeld waar je het terugziet is Woensel-West. Die hele wijk is opgeknapt en heeft nu fijne cafeetjes, koffietentjes en winkeltjes. Dat is ook cultuur. Zou leuk zijn als daar een klein theatertje zou komen”.

Als jij het voor het zeggen had in Eindhoven, wat zou je veranderen of toevoegen?

Theo: “Ik zou het allemaal wat meer zichtbaar en toegankelijk maken. Mensen moeten gemakkelijker kunnen zien wat er te doen is in de stad. Heden, nu, vanavond! Niet posters van wat er over een half jaar te zien is. Ik zou de blootstelling aan cultuur bevorderen. Mensen moeten de kans krijgen om ermee in aanraking te komen. Het gaat erom mensen te laten zien dat cultuur niet alleen entertainment is, maar dat het hun horizon kan verbreden.

Storytiles

Storytiles is een persoonlijk initiatief dat het verhaal van cultuur in Metropoolregio Eindhoven tot leven brengt. We geloven in de kracht van kunst & cultuur en willen de natuurlijke drive daarvoor begrijpen en waarderen. Met Storytiles verkennen we de heartbeat en impact van cultuur en bieden we een platform voor constructieve gesprekken. Storytiles fungeren als puzzelstukjes die samen een scherp beeld vormen van de waarde en betekenis van cultuur. Elk interview, elke ontmoeting en elk gesprek draagt bij aan het grotere verhaal. We brengen relevante cultuurbrengers, stakeholders en experts samen om vanuit diverse perspectieven te begrijpen hoe cultuur ons raakt en welke waarde het heeft.