Zo weet een orkest precies wat een dirigent bedoelt! -Muziekgebouw Eindhoven
Absolute stilte. De ogen van alle orkestleden kijken verwachtingsvol dezelfde kant op, naar de dirigent. En dan opeens gebeurt het: één armbeweging is voldoende om de hele concertzaal te vullen met muziek, als een tovenaar die met zijn stok de stilte doet verdwijnen. Het is de kracht van de dirigent, misschien wel de belangrijkste persoon van het hele orkest. Zonder dirigent is de kans immers groot dat een uitvoering compleet in de soep loopt. Maar hoe weet een orkest precies wat een dirigent bedoelt? Muziekgebouw Eindhoven legt uit.
Al sinds de opening in 1992 vinden de grootste en meest gerenommeerde orkesten en dirigenten hun weg naar Muziekgebouw Eindhoven. Dat heeft er mede mee te maken dat de akoestiek in de concertzalen perfect is voor zowel de bezoeker als de musici. Een belangrijke factor om een prachtig concert neer te zetten, maar daarnaast speelt ook de dirigent een cruciale rol in hoe het orkest speelt – het is minstens zo belangrijk als hoe goed de orkestleden hun instrumenten bespelen!
Een orkest is goed te vergelijken met een Olympisch roeiteam. De orkestleden zijn de roeiers, en ieder van hen beheerst de techniek om de gouden plak in de wacht te kunnen slepen. Maar: trekt iedere roeier na het startschot zijn eigen plan, dan wordt het lastig om de boot überhaupt over de eindstreep te krijgen. Daarom is een stuurman of -vrouw zo belangrijk: iemand die zelf niet roeit, maar die vanaf de punt van de boot de richting en het ritme aangeeft. Zo koerst de boot recht op de finish af én roeit iedereen precies wanneer het moet. Een dirigent doet in zekere zin niets anders voor het orkest.
Baton
Het belangrijkste hulpmiddel voor de dirigent is de baton, het stokje waarmee die heen en weer zwaait. Het geldt als een verlengstuk van de arm, waardoor de bewegingen van de dirigent beter te zien zijn voor alle orkestleden. Vandaar dat ook de meeste batons licht van kleur zijn; dat steekt goed af tegen de zwarte kostuums die vaak gedragen worden door dirigenten en orkestleden.
Toch is het niet altijd een subtiel en elegant stokje geweest. In de 17e eeuw, toen de barokmuziek hoogtij vierde, gebruikte de dirigent vaak een grote, zware staf waarmee het ritme op een houten vloer werd gestampt. Hoorbaar en zichtbaar, maar ook nogal lomp. En lomp was het zeker, zo bewijst het verhaal van componist Jean-Baptiste Lully. Toen hij in 1687 een stuk dirigeerde ter ere van de koning stampte hij per ongeluk hard op zijn eigen teen. De wond raakte geïnfecteerd, maar Lully weigerde amputatie. Zodoende is hij hoogstwaarschijnlijk de eerste en tevens laatste persoon die overleed aan de gevolgen van het dirigeren.
Tempo
Maar hoe wordt zo’n baton dan precies gebruikt? Een dirigent zwaait niet zomaar wat met zijn armen. De rechterarm geeft het ritme aan. Voor een vierkwartsmaat ziet dat ritme er bijvoorbeeld als volgt uit: de baton omlaag betekent de eerste tel. Daarna beweegt de dirigent naar links voor de tweede tel en dan naar rechts voor de derde tel. En tot slot keert de baton terug naar het punt bovenin voor de vierde tel. Dit herhaalt zich zo lang als het stuk duurt. Speelt het orkest in een ander ritme, dan veranderen natuurlijk ook de bewegingen.
Hoe sneller de dirigent deze bewegingen maakt, hoe sneller het stuk gespeeld wordt. Het geeft echter niet alleen het tempo aan, maar ook speelwijze. Beweegt de dirigent zijn baton vloeiend en elegant? Dan zal het orkest de noten mooi aan elkaar spelen. Korte, houterige bewegingen? Dan klinkt de muziek staccato. En zo heeft ook de grootsheid van de bewegingen invloed op het spel. Maakt de dirigent zijn slagen groot, dan zal het orkest luid en majestueus spelen, terwijl kleine slagen de muziek juist fluisterzacht maken.
De linkerhand versterkt de sfeer die de dirigent graag wil bereiken, maar wordt ook gebruikt om inzetten aan te geven. Bijvoorbeeld door aan te geven wanneer een orkestlid moet spelen. Anderzijds kan de dirigent met de linkerhand bijsturen wanneer bijvoorbeeld de trompetten wat zachter mogen spelen. Kortom: de rechterhand blijft het ritme slaan en de linkerhand is vrij voor alle andere aanwijzingen.
Oefening baart kunst
Uiteraard zijn het niet alleen de bewegingen van de dirigent die ervoor zorgen dat een orkest kan shinen tijdens een concert. Het meeste werk gebeurt namelijk in de periode voorafgaand aan het concert. Tijdens de repetities legt de dirigent namelijk duidelijk uit hoe hij wil dat het stuk gaat klinken. Zo heeft het orkest tijdens het uiteindelijke concert voldoende aan een kleine aanwijzing van de dirigent. Je zou dus kunnen zeggen dat het succes van een orkest ook deels valt of staat bij de muzikale keuzes die de dirigent maakt. Eén ding is zeker: de dirigenten die in Muziekgebouw Eindhoven op de bok staan, weten van wanten!
Muziekgebouw Eindhoven ontvangt ook dit seizoen namelijk wereldwijd gerenommeerde orkesten en dirigenten:
zo 1 feb: Le Concert Spirituel o.l.v. Hervé Niquet
zo 8 feb: Prague Radio Symphony Orchestra o.l.v. Alevtina Ioffe
do 19 mrt: Orchestra Filarmonica della Scala o.l.v. Riccardo Chailly
zo 26 apr: Antwerp Symphony Orchestra o.l.v. Jaap van Zweden
vr 8 mei: Academy of St Martin in the Fields
Meer info & tickets op mge.nl